Welkom: gast

Milieubeoordeling van installaties

25
Mar
2014
Milieubeoordeling van installaties

MILIEUBEOORDELING VAN INSTALLATIES

HET NEDERLANDS INSTITUUT VOOR BOUWBIOLOGIE EN ECOLOGIE (NIBE) CLASSIFICEERT SINDS 10 JAAR PRODUCTEN OP MILIEUGEBIED EN CLASSIFICEERT NU OOK INSTALLATIES!

Omdat installaties een aanzienlijke milieu-impact hebben, vinden we bij het NIBE dat installaties ook milieutechnisch vergeleken moeten kunnen worden. Zo wordt het voor iedereen inzichtelijk welke installatie de laagste milieu-impact heeft en dus over de gehele levenscyclus de beste keuze is. Naast de milieuclassificaties van installaties introduceren we ook het DUBOkeur voor installaties, zodat ook voor installaties in één oogopslag duidelijk is welke installaties bij de milieutechnische top behoren. Het DUBOkeur is het enige keurmerk dat zowel de energiezuinigheid tijdens het gebruik als de milieu-impact van de materialen meeneemt, waardoor er een compleet milieutechnisch plaatje ontstaat. 

HOE WORDT DE MILIEU-IMPACT VAN INSTALLATIES MET ELKAAR VERGELEKEN?

Het classificeren van installaties is echter gecompliceerder dan het classificeren van producten, omdat het vaak om complexe samengestelde producten gaat die ook effect hebben op het energieverbruik van een gebouw tijdens de gebruiksfase.

Bij producten wordt de milieu-impact van de winning van grondstoffen, productie, transport, onderhoud, en uiteindelijk het afvalscenario meegenomen. Bij milieutechnische classificaties van installaties spelen naast de milieu-impact van de materialen ook het energie- en waterverbruik tijdens de gebruiksfase een belangrijke rol. Naast het energie- en waterverbruik van de installatie zelf (het directe energieverbruik), speelt ook het effect van een installatie op de rest van het energieverbruik van een gebouw (indirect energieverbruik) een rol in de totale milieu-impact van een installatie. Het verschil tussen direct en indirect energieverbruik wordt goed zichtbaar bij ventilatiesystemen. Het toe- en/of afvoeren van lucht kost energie, dit is het directe elektriciteitsverbruik van een ventilatiesysteem. Daarnaast hebben ventilatiesystemen ook effect op het energieverbruik van de verwarming (bijvoorbeeld door warmteterugwinning of een CO2-sturing) waarbij ze op indirecte manier invloed hebben op het energieverbruik van het gebouw. Zowel het directe als het indirecte energieverbruik van een installatie wordt meegenomen in de milieuclassificaties en de DUBOkeur beoordelingen.

Om te bepalen welke emissies en grondstoffen vrijkomen bij de levenscyclus van een installatie, moet eerst worden bepaald welke prestaties deze installatie moet leveren. Anders gezegd, er moet worden bepaald welke functie de installatie moet verrichten en over welke tijdsperiode dit moet gebeuren. Dit is altijd afhankelijk van het gebouw waarin de installatie moet functioneren. Daarom is voor deze methode een referentiewoning ontwikkeld die representatief is voor de grondgebonden woningen in Nederland. De referentiewoning is opgesteld aan de hand van de referentiewoning van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (voormalig Agentschap NL /Senternovem) en aangepast aan de eisen van het Bouwbesluit 2012.

Vervolgens worden de installaties in deze referentiewoningen ingevoerd en wordt er gekeken welke materialen hiervoor nodig zijn en wat de milieu-impact van de materialen is over een periode van 75 jaar (inclusief eventueel vervanging en onderhoud). Hierna is deze milieu-impact gedeeld door 75 om de milieu-impact per jaar inzichtelijk te maken. Naast de milieu-impact van de materialen wordt er ook berekend wat het effect is van de installatie op het energieverbruik van de woning. De energieberekening wordt gedaan volgens de NEN 7120, hiermee wordt het verschil in het (directe en indirecte) energieverbruik tussen de verschillende installaties in kaart gebracht. Door de milieu-impact van het materiaal en de milieu-impact van het verschil in energieverbruik bij elkaar op te tellen, kunnen de installaties met elkaar vergleken worden. Hiermee wordt inzichtelijk welke installaties over de gehele levenscyclus de laagste milieu-impact hebben.

Afbeelding verschillende ventilatiesystemen

OP ZOEK NAAR PIONIERENDE DUURZAME INSTALLATIES

Indien u fabrikant bent van een installatie en wilt u aantonen dat uw product bij de milieutechnische top van de installaties behoort, neem dan contact op met het NIBE om de mogelijkheden voor een DUBOkeur toetsing van de installatie te bespreken.

Voorbeelden van verschillende installatietoepassingen waarin we producten kunnen toetsen zijn:

  • Zonnecollectoren
  • Ventilatiesystemen
  • Ruimte en tapwater opwarmingssystemen
  • Warmte afgifte (radiatoren, vloerverwarming of wandververwarming) 
  • Verlichtingsystemen